Menu

Wintersport 2012 Xanthos heren 1

 

 Donderdag 9 februari.

Als Jacques en ik om even over half tien (een half uur voor het geplande vertrek!) arriveren bij de Grift 5 is iedereen al aanwezig en zijn de drie auto´s al grotendeels geladen. Nog even onze spullen er bij en wegwezen. Onze roep om nog even een kopje koffie te nuttigen wordt afgedaan met de opmerking “had je maar eerder moeten komen”. Waar blijft het respect voor de ouderdom! Geen koffie, dat wordt afzien. We weten hoe dat gaat bij Xanthos. De auto in en in een rechte streep naar Oostenrijk. Hooguit onderweg nog even tijd voor een plas en een tankbeurt voor de auto. Drie auto´s betekent dat we niet meer dan met 12 personen kunnen zijn. Dat klopt helemaal. Van heren 1 is Arno als “jongste” vader thuis gebleven. De overige 8 spelers zijn er bij en dit achttal wordt aangevuld met de twee trainers en Mark en Sander van heren 2. Gezien wij als laatste aankwamen hebben wij geen enkele stem meer in de toewijzing van de zitplaatsen in de auto´s. We mogen achterin zitten in de auto van Joost, een Renault Megan. Geen slechte auto, maar niet al te veel beenruimte achterin. Arjen is zo blij als een kind dat hij mee mag en hij zou in de hiërarchie zijn plaats een beetje moeten weten. Niets van dat, zonder blikken of blozen gaat hij voorin zitten. Ik zit net achter hem. Hij ziet dat ik daar als een sardientje in een blik zit en dan vraagt hij doodleuk “zit je goed?” Het weer onderweg is uitstekend en de vaart zit er aardig in. Als ik even wegdommel word ik door luid toeterend claxon lawaai opgeschrikt. Ik denk direct aan “iets vreselijks”, maar naast onze auto rijdt Rob en zijn lachende gezicht en dat van zijn mede passagiers zegt mij genoeg. Zij moesten mij zo nodig  laten schrikken. Ja, die Rob maakt veel vrienden op de Duitse autobaan. Regelmatig wordt hij begroet met de middelvinger om hoog. Rob weet van niets en zwaait vriendelijk terug. Overigens alle lof voor de chauffeurs. Zij hebben het hele traject gereden, ons als passagiers een gerust  gevoel gegeven en veilig op de plek van bestemming afgeleverd. Wij tekenen voor de terugweg als het wederom zo verloopt. Van de snelweg af was het nog een aardig stuk rijden  om op onze bestemming te komen en de wegen binnendoor houden op, temeer als er een strooiwagen voor je rijdt. Wij waren overigens verrast door de hoeveelheid sneeuw die overal lag en aangezien ons achterraampje van de auto bevroor moest het buiten behoorlijk koud zijn. Om vijf uur waren wij van de snelweg gegaan en twee uurtjes later waren wij bij het Affenpension in Viehhofen. Het was nog even zoeken maar als je dan om zeven uur ’s avonds op de plaats van bestemming komt is het al met al heel snel gegaan die dag. In het Affenpension werden wij van harte welkom geheten door Peter en Olga, de eigenaren. Het Oostenrijkse leven heeft Olga meer dan goed gedaan. Een kenner onder ons merkt op dat je geen blijvertje bent als je onder Olga terecht komt. Later maakten wij ook nog kennis met hun zoon Tony. Een vrolijke Frans, die ´s morgens de bediening van het ontbijt voor zijn rekening nam. Tony maakte op zijn manier grapjes, waar hij zelf het meest om moest lachen. Het werkte in ieder geval aanstekelijk. Nu hebben wij in onze groep ook een “wijsgeer” die regelmatig voorleest uit “eigen” werk, maar als hij bij de apotheose komt zelf al zo in een “deuk” ligt dat degenen, die een luisterend oor hebben, de clou amper nog kunnen volgen en uit beleefdheid mee lachen als een boer met kiespijn. Het pension waar wij de komende dagen doorbrengen ziet er goed uit. Prima slaapkamers (2 x 3, 1 x  4 en 1 x 2) voorzien van eigen douche, toilet en veel beelden. De keuze wie bij wie slaapt was gauw gemaakt en na het uitladen van de auto’s en inrichten van de slaapkamers kregen wij van de pensionhouders een Affenschnaps aangeboden.  Was geen “bocht” en smaakte naar meer alcohol. Maar niet alleen dat, ook onze magen knorden en dus hoog tijd voor een warme “hap”. In de buurt was een aardig restaurant en daar hebben we prima gegeten, gedronken (Dunkel Weiss) en het gaf ook nog veel gezelligheid. Een goed adresje om vaker terug te komen en bij die gedachte hebben we het niet gelaten. Eenmaal terug in het huis nog wat nagepraat, gedronken en wat spelletjes gedaan. Halli, galli is zo’n spelletje waar het op snel handelen aankomt. Mark en Koen waren daar heel gedreven in en ik merkte dat zij weinig hadden geleden onder de reis. Die snelle handbeweging zat er nog helemaal in. Rond het middennachtelijk uur vonden we het welletjes en zochten ons bed op.

 

Vrijdag 10 februari   

 

Om kwart voor acht hadden we afgesproken voor het ontbijt en keurig op tijd was ieder aanwezig in de ontbijtkamer op de beneden verdieping. Het was dezelfde kamer waar we ‘s avonds terecht konden voor spelletjes en het nuttigen van onze meegenomen voorraad “frisdrank”. Het ontbijt, met elke dag een vers, moeilijk pellend eitje, was prima verzorgd en een ieder liet het zich goed smaken. Wat extra calorieën voor het skiën kan op dat soort momenten geen kwaad. Dat wij onze eigen auto’s niet hoefden te gebruiken was een plezierig voordeel in vergelijking met het jaar ervoor. De skibus stopte bijna voor ons appartement en in vijf minuten bracht de bus ons naar de skilift bij Vorderglemm. Vorderglemm ligt in het skigebied van Saalbach, Hinterglemm en Leogang. Een prachtig gebied. Twee honderd kilometer aan piste en 55 liften. De omstandigheden waren perfect. Voldoende sneeuw en prima geprepareerde pistes. Misschien was het voor de jongeren onder ons  wat aan de koude kant (min 14 graden Celsius en een nog lagere gevoelstemperatuur!!) en had de zon wat meer haar best mogen doen. Maar wie klaagt daarover als je die prachtige vergezichten hebt op de omringende bergen en de dennenbomen wit besneeuwd zijn. Wat een briljante weelde! De jonge “honden” hadden er zin in want eenmaal boven rond 09.15 uur, leek het wel of ze los werden gelaten. Ze hadden direct weer het goede gevoel en met veel elan “roetsjten” ze in vlekkeloze stijl naar beneden. 

Joost was de enige die een snowboard had en hij moest duidelijk wennen. Zelf had ik het idee dat ik deze dagen niet meer altijd als laatste aan zou komen. Bij de eerste afdaling lag ik dik voor op Joost. Onze Elstenaar, eenmaal weer gewend aan het staan op de plank, liet nadien al gauw zien dat de eerste afdaling een vergissing was en ik kende al gauw weer mijn plaats. Ik kwam weer hobbelend, met vallen en opstaan, al die dagen achteraan. Op zich geen enkel punt want het credo bij Xanthos is altijd “samen uit, samen thuis”. Op vaste tijden en plaatsen wordt afgesproken om koffie te drinken en/of te lunchen en daar is dan iedereen aanwezig. Vanwege de kou en te weinig zon was het te koud om buiten te zitten. Geen probleem want die Oostenrijkse houten Stubes zijn van binnen prachtig en heel knus. Na de lunch is de animo om nog volop te skiën, niet meer bij een ieder  aanwezig. Sommigen vinden het welletjes en willen rustig naar huis skiën en onderweg nog genieten van een heerlijk “pintje”. Het mooie van dit gebied en ons plekje (pension) is dat wij op de ski’s bijna “thuis” kunnen komen. Van het restaurant op de Schattberg Ost (2020 meter hoog), waar wij de lunch hebben genuttigd, gaat een blauwe afdaling van 7.5 km. lang naar Vorderglemm. De plek waar wij ’s morgens vroeg de lift naar boven hebben genomen naar Windenkarkogel (1910 meter hoog en liggend aan de westkant). Vandaar kunnen wij verder en na nog een liftje te hebben genomen kunnen we wederom een blauwe afdaling van 7.5. km. maken die ons naar het pension voert. Onderweg komen we inderdaad nog een alleraardigst restaurant tegen en met z’n drieën (Joost, Edwin en ondergetekende) nemen we er vast één. De rest maakt nog wat afdalingen om vervolgens ook de afdaling naar het pension te nemen. Zij zien ons niet zitten, skiën voorbij en zijn dus nog eerder bij het pension dan wij. Omdat de eerste ons zo goed smaakte nemen wij nog een tweede met de gedachte “op één been kan je niet lopen”. Eenmaal in het pension is ieder weer vrij te gaan en staan waar hij wilt. Het merendeel is meestentijds wel te vinden in de “huiskamer” waar een prima sfeer heerst. Onder het genot van een drankje wordt de skidag geëvalueerd en niet zelden gaat een anekdote en/of mop over de tafel. Zo weten wij nu ook wat “nakki nakki” in het Chinees is. Als u dat ook wilt ervaren neem gerust contact op met Arjen. Voor het avondeten gaan wij naar het restaurant van de avond ervoor. Wat schets onze verbazing dat het helemaal vol is. Wij hadden toch afgesproken? Maar wie had dat dan gedaan? Waar kwam dat meer voor die Babylonische spraakverwarring!?! Kortom, een discussie was zinloos en we hebben 500 meter verder in het plaatsje een ander restaurant gevonden. Prima locatie en het spreekwoord “verandering van spijze doet eten” deed hier zich ook gelden. Eenmaal weer terug in ons pension kwamen de spelletjes weer voor de dag en daar werden de laatste uren van deze dag mee gevuld. En een drankje en wat slap “ouwe deuren” hoort daar natuurlijk bij. Bij het naar bed gaan kwamen nog wel eens wat verrassingen uit de “mouw”.  Zo had Nico een paardenkop in z’n bed en net toen men een kruisbeeld bij één van ons in bed vleide werd dit gezien door onze Tony. Hij was bepaald niet “amused”. Nico en Koen gingen nog verder en wilden een cactus in bed leggen. De cactus was bepaald niet licht en scherpe doornen vormden een gevaarlijk wapen. Hier zegevierde echter het  gezond verstand en zij zagen er maar vanaf gezien het gevaar iemand te verwonden.  Het verbaasde mij overigens nog dat het aapje uit de kooi in de hal niet als “levend” speelkameraadje in bed werd meegenomen. Het Affenpension deed zijn naam alle eer aan want een 17 jarige aap hield daar gekooid de wacht. Naar mijn idee zielig, want een aap hoort niet in een kooi. Dierenactivisten hebben we niet in ons midden, dus bleef de aap zitten waar hij zat en niemand waagde het om het deurtje open te zetten. Ach aan de ander kant maar goed ook, want een aap bij 20 graden vorst heeft weinig kans op overleven. Tegen twaalven was ieder weer onder zijl en genoot van een welverdiende nachtrust.

 

Zaterdag 11 februari.

 

Ook deze morgen geen afwijking van het vaste patroon. Nog eerder dan de dag er voor stonden wij op de piste. Arjen was bekend in dit gebied en gaf als de  levende “Tom-Tom” meestentijds aan welke skipistes er werden genomen. Het was ook Arjen die ons “gek” had gemaakt op eens deel te nemen aan een “after ski party”. Hij kende een “tent” waar ze vanaf vier uur ’s middags met life muziek volledig uit hun dak gingen. Er was in het begin enige scepsis, maar uiteindelijk gaf het enthousiasme en doorzettingsvermogen van Arjen de doorslag. Maar goed, dat was pas aan het eind van de middag. Eerst weer heerlijk skiën. De stijfheid van de dag er voor was er al gauw uitgeskied en als snelle “duivels” stortte de meute zich suïcidaal naar beneden. Koen vestigde het record met een snelheid van net over de 100 kilometer. Ik ben het even kwijt of hij met die 100+ sneller was dan het jaar daarvoor.

In ieder geval maar goed dat hij een helm draagt. Dat doet het merendeel van onze groep en je ziet het ook steeds meer gemeengoed worden. Over een jaar of twee zal het wel als een verplichting gelden. Het voordeel van de helm is ook nog dat deze lekker warm is, en bij de temperaturen die wij hadden meer dan welkom. Op de piste ook nog skyrider 505. Twee dagen er voor was hij daar ineens onder het eten en al die dagen kwam hij te pas en te onpas naar voren. Wie gaat schuil onder deze naam? Hoedt u, want het zou mij niet verbazen als hij met zijn mantel opduikt tijdens de komende volleybaltrainingen en u weet dan direct wie hier achter zit. Voorlopig blijft het nog gissen. Ook deze dag was het wederom het trio van de dag ervoor, die als eersten, aan deze tweede skidag, er de brui aan gaven. Rond de klok van half drie gingen zij al naar Huize Hinterhagalm waar de “after ski party” zou plaatsvinden. Wij waren voor onze groep de pioniers. Wat een kale bedoeling dachten wij bij binnenkomst. Dit kan toch niet leuk worden! Het gekke was wel dat alle tafels boven al gereserveerd waren. Strategisch hebben wij wat reserveringskaartjes weg gemoffeld en dat leidde er uiteindelijk toe dat wij bij het “crème der crème” een pracht zicht hadden op het geheel. Om drie uur stroomde de ruimte vol en toen eenmaal om klokslag vier de muziek losbarstte zat het zowel boven als onder tjokvol. Gaandeweg dat wij ons laafden aan het bier moesten wij erkennen dat Arjen niets teveel had gezegd. Twee en een half uur lang, zonder tussenpozen, ging bijna een ieder uit z’n dak. Als het even kon, werd er mee gezongen en gedanst op stoelen en tafels. Wij hadden onze eigen Anton aus Tirol onder ons. Hoe ouder hoe gekker! Er zijn mooie opnamen van gemaakt, maar of deze het daglicht kunnen verdragen, en aan de openbaarheid worden prijsgegeven is zeer de vraag! Zou wel als chantage middel ingezet kunnen worden als één van de trainers er na twee seizoenen de brui aan zou willen geven. Wat een feest en het bier bleef maar doorkomen. Die pullen van een halve liter dronken lekker weg en de prijs mocht er zijn! Ach ja, je leeft nu maar eenmaal en zo’n party maak je niet al te vaak mee. Zoals altijd komt aan alles een eind en ook aan dit feest. Wat nog wel even vervelend was dat Hinterhagalm 200 meter hoog op de berg ligt en dat een ieder op de ski’s terug moest. Niet alleen wij hadden daar moeite mee maar alle anderen ook. Gelukkig was het donker en zijn er voor zover ik weet geen filmpjes gemaakt. Het zou aanleiding geven tot veel hilariteit. Bij ons was het …., Joost mag het weten, die de meeste duikelingen maakte om beneden te komen. Zijn ribben deden er de volgende morgen nog zeer van en hij verdacht Robbie er van dat hij ‘s nachts op zijn borstkast had gestaan. Eenmaal veilig beneden hebben we twee taxi’s genomen en om 19.00 uur waren we weer terug in ons pension. Na ons opgeknapt te hebben zijn we gaan eten in het restaurant van onze eerste avond. Heel gezellig en bovendien waren we hard aan eten toe. Daar knapt een mens van op, alhoewel er ook één was die afknapte. Mooi gezicht om dat zo te zien. Wijselijk is hij eerder naar het pension gegaan maar o wee, wat vervelend als je geen sleutel bij je hebt en niemand de deur opent als je aanbelt. Hij moest nog een half uur wachten voordat wij kwamen maar ondertussen had de frisse en min 20 graden C buitenlucht hem goed gedaan. Deze avond hebben we nog wel wat nagezeten maar het niet laat gemaakt. De “pap” was op. Voor Mark werd het nog even vervelend, want zijn matras, die hij op de grond had gelegd (het bed was te kort voor hem), was weg. Gelukkig vond hij deze al snel terug, zodat hij ook zijn hoofd heerlijk ten ruste kon leggen. Een diepe nachtrust kwam over ons allen.

 

Zondag 12 februari. 

 

Vandaag geen zondagsrust. Wederom op tijd aan het ontbijt en als de blauwe lucht ons niet bedriegt wordt het vandaag een prachtige dag. Zoals alle morgens verzorgt onze stand-up-comedian Tony weer het ontbijt. Met de grappen die hij maakt zullen we niemand lastig vallen. Niet zo interessant. Om toch wat vast te leggen hebben we zijn lach opgenomen. Wellicht om te zijner tijd dit te gebruiken als we in een volleybalwedstrijd in een dip zitten. In een time-out zou zijn lach  heilzaam kunnen werken, alhoewel ik zelf twijfels heb. Vandaag een record, wat betreft het tijdstip van staan op de ski’s, bovenop de berg. Het is inderdaad prachtig. De lucht blauw, de zon die doorkomt en de witte bergen beschijnt, de pistes goed geprepareerd en een serene rust. Het lijkt er op dat wij de enigen zijn die op dat moment beginnen met de afdaling. De “top tien” gaat deze zondag hun eigen weg. Als het even kan. willen ze alle afdalingen doen. Joost en ik blijven achter, dalen rustig af en blijven zo nu en dan stil staan, enkel en alleen om te genieten van de schepping. Wat is deze eigenlijk mooi! Ben benieuwd of de top tien daar ook oog voor heeft of dat het alleen maar kilometers maken is. De afspraak is dat wij elkaar om 13.00 uur zien bij het restaurant op de Schattberg Ost, daar waar we eerder hebben geluncht. Als we daar gezamenlijk aan de tafel zitten horen wij de verhalen. De groep is enigszins uit elkaar gevallen en het is zelfs zo dat Nico er helemaal alleen voor komt te staan. Hij moet maar zien of hij de weg alleen kan vinden, maar gelukkig is dat Nico wel toevertrouwd. Arjen en Jacques maken deze morgen de meeste kilometers. Zij deinzen zelfs niet terug voor een ijzige zwarte piste. Petje af voor die goed geconserveerde zestiger. Hij doet het toch maar ondanks een vorm van enige beginnende corpulentie. Het mooiste verhaal aan de tafel dissen Mark, Sander en Koen op. Zij dachten even wat af te snijden (of was het off piste cross country?) door een niet begaanbaar pad te nemen. Zij belanden midden in een bospassage met verraderlijke kuilen. Het wordt een worstelpartij om hier uit te komen. Koen en Mark denken op zeker moment dat Sander weg is “gevallen” en op hun roepen komt geen wederhoor. Gelukkig duikt Sander even later op achter een boom. Dan nog Mark, die in een kuil belandt en met veel moeite zich hieruit kan bevrijden. Er is een prachtig filmpje van gemaakt en bij YouTube zou dit zeer zeker hoge punten scoren. Nadat ze zich bevrijd hebben zijn ze zo de kluts kwijt dat ze tot overmaat van ramp een verkeerde afdaling nemen. Zij komen onderweg aan bij de hoofdweg en kunnen op die plek niet met de skilift omhoog. Van armoede moet de bus genomen worden. Je moet er toch niet aan denken, en dan ook nog wetende dat je als top skiërs in de boeken staat bij Xanthos! Na de lunch spreken we af dat we rustig naar ons pension skiën en onderweg nog een biertje nemen ter afsluiting van drie dagen heerlijk skiën in het gebied van Saalbach / Hinterglemm. Eenmaal “thuis” hebben we ons weer prima vermaakt. Gezelligheid troef, ook bij het klaverjassen tussen de broertjes den Hartog en de broers van Leersum. Om het niveau wat op te krikken hadden wij als “ouderen” maar besloten om ons te splitsen. Je had er toch niet aan moeten denken dat die Hartogjes samen hadden moeten spelen. Ze zouden zijn weggevaagd en geen enkele motivatie meer hebben om ooit de kaarten nog ter hand te nemen. Nu werd het een keurig gelijkspel over drie potten. Gezamenlijk hebben we ook nog een quiz gedaan. Opvallend was dat de leraren Leo en Jacques, aangevuld met Imco en Joost het moesten afleggen tegen het team van Rob. Niet dat Rob zoveel in de pap te brokkelen had maar hij had wel de beschikking over Koen, Sander en met name Arjen. Aardig was ook nog even dat we in Oostenrijk op televisie de Nederlandse competitie konden volgen. Weliswaar een uurtje later dan in Nederland, maar om acht uur ’s avonds zaten wij mooi met elkaar voor de buis om naar voetbal te kijken. Wat een genot om te zien dat Feyenoord won van Vitesse. Het deed in ieder geval Edje en ondergetekende deugd. Vanwege dat voetbal zaten wij pas laat aan ons avondeten in het ons welbekende restaurant in de buurt. Het eten in Oostenrijk is net als in Duitsland niet prijzig maar wel eenzijdig.

Bij de meesten werd het weer friet met schnitzel of omgekeerd!, terwijl er eigenlijk meer behoefte was aan Hollandse winterkost (snert, boerenkool en zo). Maar ja, je kunt nu eenmaal niet alles hebben en aan die Hollandse winterkost doen wij ons wel weer tegoed als we eenmaal thuis in Holland zijn. Het was al ruim over tienen toen we weer in het pension waren. Daar hebben we het niet te laat gemaakt vanwege het feit dat we maandagmorgen vroeg weg wilde. Half acht ontbijt en als het even kan voor half negen wegwezen. Tachtig kilometer rijden naar het volgend skigebied, daar nog even skiën en dan naar huis. Ook weer een “lekker” vooruitzicht en om  daar in bed over weg te dromen is geenszins een slechte zaak. Wel te rusten.

 

Maandag 13 februari.  

                  

De laatste dag en stipt op de afgesproken tijd zitten wij aan het ontbijt. Onze tassen en koffers staan al beneden in de hal. Keurig op tijd rijden wij weg na eerst betaald (33 euro per persoon per nacht) en hartelijk afscheid te hebben genomen van de pensionhouders en de aap. Onze Tony heeft ons als groep voor het pension nog vereeuwigd. Het is zeer zeker een optie om hier de komende jaren nog eens te bivakkeren. Toen wij al wegreden klonk die hartelijk lach van “onze” Tony ons nog in de oren. Over de tachtig kilometer reden wij plm. een uurtje, en even over half tien waren wij bij het plaatsje Söll in het skigebied “Wilder Kaiser”. Ook hier volop sneeuw en een prachtig landschap.

Vorig jaar hebben wij het op de laatste dag net zo ingevuld als vandaag. Het grote voordeel is dat je er nu al 80 kilometer op hebt zitten en van hier zo de snelweg opdraait. Als enige blijf ik beneden en zwaai de rest uit. Zij hebben nog even wat uurtjes skiplezier. We hebben afgesproken om rond de klok van half één samen te lunchen onder aan de berg. Ik wandel in de kou met mijn laptop onder de arm naar het dorp. Daar vind ik in een bakkerij/lunchroom een mooi plekje en ongestoord kan ik onder het genot van warme chocolade met slagroom en wat lekkers er bij aan het verslag werken. Eens kijken of ik dit jaar ook weer wat op papier kan krijgen. Er is in ieder geval voldoende “stof” voor handen. Ik zorg er voor dat ik netjes op tijd op de afgesproken plek ben. Als ik kom zit Joost al op het muurtje te wachten. Hij was boven niet met de groep meegegaan maar had wat voor zichzelf geskied en geoefend. Na een behoorlijke smak had hij er genoeg van. Met z’n tweeën wachten wij op de rest. Als iedereen er is kunnen we constateren dat er geen grote valpartijen zijn geweest en niemand kneuzingen en, of erger  nog, beenbreuken heeft opgelopen. Altijd weer een rustgevend gevoel. Na onze lunch vertrekken we om 13.30 uur voor weer een lange rit. Vanaf hier is het zo’n 850 kilometer. De chauffeurs hebben er weer zin en eenmaal op de snelweg wordt het gas ingetrapt. Onderweg hebben we helaas niet zulk mooi weer. Eerst sneeuwbuien en later regen. Je kan zien dat er een weersomslag op komst is. Ondanks het mindere weer en dankzij voortreffelijk en attent chaufferen  kan er aardig worden doorgereden. Voor de chauffeurs betekent dit wel dat het vermoeiend rijden is. Na een kleine drie uur rijden is een plasstop meer dan welkom. Het is inmiddels half vijf. Ruim twee en een half uur verder een korte stop bij de Burger King. We zijn Keulen al voorbij en schieten goed op. Het laatste stukje gaat ook voortvarend. Om even over negen zijn we gezond en wel in Zetten. Enige stijfheid is wel mijn deel, maar dat heb ik er graag voor over. Zelf niet te hoeven rijden en het met een gerust hart kunnen over laten aan prima chauffeurs is een weelde. Rob, Leo en Joost hartelijk dank voor het chaufferen en dat we gebruik konden maken van jullie auto’s. Het zit er weer op, maar we hebben de komende tijd genoeg gespreksstof. We gaan ons maar weer eens wijden aan het volleybal. Eens kijken of we over twee weken, die kakkerlakken van Arvevo 2, die niet van harte mee wilden werken aan het verzetten van de wedstrijd van afgelopen zaterdag, een lesje kunnen leren. En als het even kan gaan we volgend jaar weer wintersporten. Zulke gezellige dagen vragen om een vervolg! Een ieder hartelijk dank voor zijn inbreng en met name Leo en Rob voor de organisatie en niet te vergeten Edje, die de inkopen deed. Alleen volgend jaar andere pinda’s! Al met al HULDE.

 

Finus coronat opus.      

Edo van Leersum.

 

 

De gebroeders van Leersum: